Maak het Zwem ABC compleet!

Sinds 1998 bestaat het Zwem ABC (= A + B + C).  De diploma’s D, E, F, G, enz. bestaan sindsdien niet meer. Het Zwem ABC is sindsdien alleen jezelf redden. Een ander redden (zoals voorheen), zit niet in het Zwem ABC.

Zowel het A als B zijn logische tussenstapjes op weg naar het einddoel C van het Zwem ABC.
Door de A-B-C opbouw van het Zwem ABC, wordt de leerling na ieder diploma weer wat vaardiger en dus ook veiliger.
Bij elk opvolgend  diploma worden de verschillende zwemtechnieken meer en meer geautomatiseerd en compleet en bij elk opvolgend diploma steeds meer survivaltechnieken. Juist het afmaken van het Zwem ABC zorgt voor een goede en zwemveilige zwemmer.

– A diploma
Een kind is dan een beginner, de techniek van de zwemslagen is zeker nog niet compleet *)
A is de 1e tussenstap op weg naar het einddoel C.
A is goed voor situatie 1: een zwembad zonder attracties.
– B diploma
Een kind is dan halverwege de opleiding, maar de techniek van de zwemslagen is nog steeds niet compleet *).
B is de 2e tussenstap op weg naar het einddoel C.
B is goed voor situatie 2: een zwembad met attracties (zoals glijbanen, enz.)
– C diploma
Dit is het einddoel van het Zwem ABC.
Het kind is nu redelijk zwemveilig, heeft naast zwemslagen veel survival technieken geleerd en de techniek van de zwemslagen is compleet *)
C is goed voor situatie 3: Open water zonder stroming (bijv. een gracht) of open water zonder grote golfslag (bijv. een meer). NIET de zee.

*) Voorbeeld techniekopbouw borstcrawl (in grote lijnen) :
– Op het A examen tonen: 1) een goede beenslag.
– Op het B examen tonen: 1) een goede beenslag + 2) goede armslag.
– Op het C examen tonen:  1) een goede beenslag + 2) goede armslag + 3) ademhaling op de juiste manier/momenten
Hoe completer de techniek en hoe meer geautomatiseerd, hoe minder energie het kost/hoe makkelijker  het is, om in een nood- en panieksituatie (behoorlijke) afstanden te overbruggen/te overleven. Andersom: hoe minder compleet de techniek, hoe minder geautomatiseerd, enz. …

Bedenk dat uw jonge kind niet altijd een jong kind blijft, dat zich hooguit begeeft in situatie 1 of 2.
Maar dat het zich als (ontluikende) puber en (jong) volwassene ook moet kunnen redden in situatie 3.

De zee blijft onvoorspelbaar en verraderlijk! Denk aan situaties als:  zeilkamp, surfkamp, duiken, enz. Vandaar dat ik – zeker met de nieuwe norm zwemveiligheid 2018 – zelfs een treetje hoger ga en adviseer om na het Zwem ABC (de basisopleiding), tenminste nog 1 ronde door te gaan met mijn vervolgprogramma, ter verdieping, verfijning en verrijking, maar ook om de vaardigheden van het Zwem ABC vast te houden. Zeker wanneer uw kind na het Zwem ABC zelden baantjes trekt en het zwemmen slechts beperkt blijft tot een vakantie.